Aan de slag

Bouw een wilgenhut

Kinderen zijn dol op spelen in de natuur. Ontdek onze tips en bouw je eigen wilgenhut!



Delen

De voorbereiding



Waar en wanneer?

Kies het juiste moment om starten met de bouw van je wilgenhut. Vanaf begin november tot half maart kan je wilgenbouwsels maken. Het gehakte hout is dan voldoende taai en buigzaam. Bedenk een goede plek om de wilgenhut of wilgentunnel te plaatsen: wilgen groeien graag op natte, zonnige plaatsen. 

Verzamel materiaal

Voorzie het nodige materiaal:

  • Een grondboor
  • Een staaf waarmee je de diameter van de hut kan bepalen
  • Bindtouw (jute)
  • Snoeischaren
  • Wilgentenen. Kies voor de buigzame soort katwilg (Salix viminalis). Deze soort is het meest geschikt, maar in sommige gevallen zijn schietwilg (Salix alba) of kraakwilg (Salix fragilis) ook bruikbaar. Heb je geen geschikte wilgentakken? De Vos Salix in Eksaarde is gespecialiseerd in wilgenteelt en katwilg. Vraag naar het type ‘tuinlatten’ van +/- 4 m. Meer info vind je hier.
© Michelle Maas
Weetje: Een levende wilgentunnel kan wel tot 40 jaar blijven leven!

Bouw je wilgenhut

Boor plantgaten

Voorzie een even aantal plantgaten in de grond. Plaats deze zo dat ze een cirkel vormen.

Plaats takken

Plaats de wilgentakken in de plantgaten en buig ze naar het plantgat er recht tegenover. Maak ze goed vast aan elkaar met touw op plaatsen waar ze elkaar kruisen. Maak je een grote wilgenhut? Voorzie dan telkens 2 wilgentakken per platgat voor extra stevigheid.

Werk systematisch

Bepaal waar je de ingang wil maken. Hier start je met het weven. Werk systematisch in tegen wijzerszin. Je vertrekt dus daar waar je de ingang wil en start naar rechts

Verbind knooppunten

Per plantgat heb je nu minstens 1 wilgentak die naar het platgat er recht tegenover gaat. Plaats nu per platgat nog 2 extra wilgentakken bij die je plooit: 1 naar links en 1 naar rechts. Maak de wilgentakken telkens op hetzelfde knooppunt vast. 

Ingang

Op de plek waar je de ingang wil voeg je 2 wilgentakken toe in het platgat. In plaats van 1 tak naar links en 1 tak naar rechts te plooien buig je ze allebei naar dezelfde kant (zie tekening).

Nazorg


Na het eerste jaar kun je nieuwe uitgroei terug inbinden met touwtjes. Op termijn zullen de wilgen sterk genoeg zijn en verweren de touwtjes. Vervang de touwtjes indien nodig.

Bouw je wilgentunnel

Boor plantgaten

 

Bepaal de breedte van de wilgentunnel. Boor aan de linker- en rechterzijde plantgaten van 60 cm diep.

Plaats takken

 

 

 

Plaats in elk plantgat een wilgentak. Plooi de tak naar het plantgat er recht tegenover en bind de tak vast aan de tak die in dit plantgat staat. Plooi ook deze tak naar het overliggende plantgat en bindt op voldoende plaatsen de takken aan elkaar met touw. Herhaal dit tot alle bogen klaar zijn. 

Weef en verbindt

Plaats in elk plantgat 2 extra wilgentakken en plooi deze: 1 naar links en 1 naar rechts. Maak de takken goed vast bij alle knooppunten.