Regionaal Landschap Meetjesland en Leievallei werkte samen met de Universiteit Gent, Toerisme Meetjesland en studiebureau Madoc om het ontginningsverhaal op een boeiende manier te vertellen. Bij de Universiteit Gent zetten professor historische archeologie Wim De Clercq en doctor Maxime Poulain hun schouders mee onder het project. Vanuit de Universiteit Gent investeren ze immers al jaren in het archeologisch onderzoek van deze regio. Deze vormt namelijk een uitstekende casus om de wisselende en soms moeilijke relatie tussen mens en natuur doorheen de eeuwen te bestuderen.
“De cuesta, met zijn oeroude en moeilijk bewerkbare kleibodem, oefende reeds vroeg een grote aantrekkingskracht uit op de mens. In de Romeinse tijd werd bijvoorbeeld al lokale klei gewonnen voor het maken van aardewerken potten en dakpannen en zien we dat ook bewoning langzaamaan de flanken van de heuvel opklimt. Een grootschalige ontginning komt er pas in de middeleeuwen. Door de groei van onze steden is er op dat moment namelijk een grote nood aan brandstof, voedsel en wol die als grondstof van de lakenhandel in kledij moest voorzien. Om hieraan tegemoet te komen, lieten abdijen, wereldlijke heersers en lokale boeren hun oog vallen op enkele natte heidegronden ten noorden van Eeklo en op die opvallende hoogte van de cuesta.