COWALA zet zijn schouders onder een droogterobuuste inrichting van het buitengebied van Mechelen, Zemst en Boortmeerbeek.
COWALA zet zijn schouders onder een droogterobuuste inrichting van het buitengebied van Mechelen, Zemst en Boortmeerbeek.
Mechelen, Zemst en Boortmeerbeek worden verbonden door een bijna aaneengesloten landbouwlandschap. Je vindt er vooral akkerbouw, weiland met melkvee en een klein aandeel tuinbouw in het noordelijk deel van het Hombeeks plateau.
Dit uitgestrekte topvoedselproductiegebied, omsloten door (centrum-)stedelijke kernen, is van lokaal en regionaal belang. Grote waterlopen als de Zenne, de Dijle en de Barebeek dooraderen het gebied, maar je vindt er ook fijnmazigere beekvalleien van onder meer de Aabeek, Laarbeek, Kesterbeek, Leybeek, Bergbeek, Weesbeek, Molenbeek, Driesbeek, Kleempoelbeek, Hanswijkbeek… Ook de natte natuurgebieden Kollintenbos, Robbroek, Vriezenbroek, Dorent-Nelebroek en Steentjesbos liggen in het projectgebied.
De land- en tuinbouw en de natuurwaarden hebben de afgelopen jaren ernstig geleden onder de periodes van intense droogte en regen. Om de voedselproductie en de biodiversiteit voor de toekomst veilig te stellen, is het belangrijk dat het landschap zo'n langdurige weersextremen kan opvangen.
De gebiedscoalitie COWALA (coalitie voor water, landbouw en landschap), die ontstond uit de schoot van het strategisch project ORIOM, werkte tien maatregelen uit om het gebied klimaatbestendiger te maken. Deze werden in april 2023 gehonoreerd met een subsidie vanuit het Vlaams Klimaatadaptatieplan (VAP). De komende drie jaar trekken we voluit de kaart van uitvoering en zetten daarbij in op volgende ambities:
Op de Kesterbeek in Zemst worden twee peilmeters geplaatst ter hoogte van de Beekveldstraat en de Kapelstraat, waar we andere maatregelen plannen. Deze peilmeters zijn rechtstreeks verbonden met Waterinfo.be. Zo worden de actuele waterstanden voor iedereen digitaal ontsloten. Daarnaast plaatsen we in de gemeente nog grondwatermeters en voorzien we studiebudget voor de opmaak van technische plannen bij de andere maatregelen.
De Afleidingszenne in Zemst behoedt Weerde en Zemst-centrum van overstromingsgevaar. Door haar betonnen, weinig meanderende structuur voert ze water snel weg uit de bebouwde kernen, maar heeft ze helaas weinig landschappelijke waarde. Vaak staan de stuwpoorten van het stuwcomplex van de Afleidingszenne en Zenne open, waardoor de Afleidingszenne voortdurend water afvoert, ook als dat niet nodig is.
Hoe kunnen de stuwen slim worden aangestuurd zodat de Afleidingszenne meer water ophoudt en als een groot bufferbekken fungeert? Als er meer water via de natuurlijke Zenne stroomt, kan daar bovendien meer water infiltreren. Ook mogelijke captatiepunten voor land- en tuinbouwers, het afleiden van kwelwater, het vernatuurlijken van de structuur van de waterloop en gecontroleerde overstromingsgebieden in de valleien zijn onderdeel van het onderzoek.
Bij piekdebieten treedt de Kesterbeek in de Beekveldstraat in Zemst uit haar oevers. De inwoners ondervonden al meerdere keren wateroverlast. Ook vindt er opstuwing plaats door een te klein gedimensioneerde leiding tussen de Kesterbeek en de Beekveldstraat.
De oplossing zoeken we in de vertraagde afvoer langs de stroomopwaartse akkers, het creëren van een overstromingsgebied en aanpassing van de duiker.
Aquafin zal de komende jaren in Zemst twee van haar kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI’s) in Zemst supprimeren en vervangen door een pompstation. In de plaats daarvan zal de KWZI Kesterbeek worden verplaatst en uitgebreid.
Door de opheffing en vervanging door een pompstation komt er interessante ruimte vrij die kan ingezet worden voor infiltratie en buffering. KWZI Kapelstraat ligt naast de overstromingsgevoelige Kesterbeek, pal in agrarisch gebied, op eigendom van gemeente Zemst en wordt geflankeerd door een rietveld. Met deze maatregel beogen we de omzetting en uitbreiding van dit rietveld naar een ecologisch ingerichte overstromingszone, waar overstromend beekwater gecontroleerd in kan gebufferd worden en water kan infiltreren.
De Weesbeek is een belangrijke groenblauwe ader in het ‘groene vallei’-gebied van Vlaanderen, maar ligt erg geprangd tussen de bebouwing in het centrum van gemeente Boortmeerbeek. Bij intense regenval is er een overstromingsrisico. De gemeente en Natuurpunt Boortmeerbeek willen de Weesbeek al even meer ruimte te geven.
Met de Waterlandschapssubsidies worden vijf percelen aangekocht tussen de Bredepleinstraat en de Leuvensesteenweg. We richten de percelen zo in zodat ze meer water kunnen bergen en de natuurwaarde er tegelijk verhoogt.
De Leibeek is een belangrijke beek die het Natura2000-gebied Pikhakendonk dooradert en uitmondt in de Weesbeek alvorens in de Dijle uit te monden. Op de Leybeek ligt een ingestorte sluis, waarschijnlijk bevoorraadde deze de vroegere karpervijver van water (de Leybeek is immers getijgevoelig door de getijdenwerking van de Dijle).
Ondertussen is de karpervijver niet meer in gebruik en is de sluis ingestort. Hierdoor wordt geen water meer gestuwd en wordt waardevol natuurgebied continu ontwaterd. Door deze sluis te herstellen en om te bouwen naar een regelbare stuw, kan er meer water opgehouden en vooral slim gestuurd worden. Naast de gronden van Natuurpunt is nog een landbouwer met melkvee actief, in samenspraak met hem kan het waterpeil worden geregeld, zodat hij geen last van de vernatting ondervindt. Tegelijk kan water snel afgevoerd worden wanneer de landbouwer en Natuurpunt overlast ondervinden.
Door kleinschalige ingrepen maken we het landschap weerbaarder tegen veranderingen in temperatuur en water én helpen we de belangrijke soorten in ons projectgebied (akkervogels, kamsalamander…). De biodiversiteit in kwetsbare natuur kan beschermd worden tegen vermesting en verzuring. Door grondwateraanvulling kan specifieke fauna en flora worden behouden en/of versterkt. Vanuit een integrale landschapsblik werken we waterbeheermaatregelen uit. We houden hierbij rekening met de kansen voor extra leefgebieden voor soorten en/of recreatieve ontsluitingen.
Volgende realisaties zijn hierbij mogelijk (niet-limitatief):
In 2016 werd in de Rekelstraat in Zemst een ecologisch bufferbekken ingericht en geopend, als stapsteen tussen verschillende groengebieden. Het bekken wordt aangevuld met regenwater vanuit de omliggende woonwijken, dat van daaruit wordt afgevoerd richting de Zenne. Behalve afvoer, gebeurt er zo goed als niets met dit water. Om onbekende, verder te onderzoeken redenen, lijkt infiltratie niet zo goed te lukken als verwacht.
In de omgeving liggen veel agrarische gebieden met een aanzienlijke watervraag. Met deze maatregel zullen we het bufferbekken in de Rekelstraat slim aansturen. Het doel is het gebufferde regenwater aanbieden voor hergebruik door land- en tuinbouwers en/of gemeentelijke diensten, maar ook de infiltratiefunctie behouden.
Om in het algemeen vertraagde afvoer, infiltratie en het slim regelen van het waterpeil te bevorderen, zullen er een vijftal stuwen worden gerealiseerd op Zemst grondgebied. Op basis van beschikbare informatie worden interessante stuwlocaties in kaart gebracht. We kijken hiervoor naar bestaande scoringssystemen, expertise binnen de coalitie, terreinkennis, watermodellen, watersysteemkaarten, ...
Op basis van de resultaten zal afgewogen worden hoe de aangelanden best worden gecontacteerd (oproepsysteem, info-avond, pro-actief aanschrijven, rondgang…) om de mogelijkheden voor de plaatsing en beheer van de stuw te bespreken. De Kesterbeek, Laarbeek en Leybeek lijken al beloftevolle zones om op in te zoomen.
Door achterstallig beheer zijn private grachten vaak dichtgeslibd en/of dichtgegroeid. Zo wordt er een enorm bufferingspotentieel niet benut.
Via een gecoördineerd, slim grachtenbeheer worden de haarvaten van het watersysteem meer ingezet. Prioritair hierin is evenwel een goed evenwicht te zoeken tussen water afvoeren (grachten ruimen) en ophouden (stuwen) van water.
Als grachten opnieuw meer watervoerend worden en slimmer beheerd worden, kan hemelwater stroomopwaarts gebufferd worden en infiltreren.
Aangezien de gemeente Zemst al het beheer van de grachten van algemeen belang voor haar rekening neemt, zal de focus van deze maatregel liggen op private grachten. Waar mogelijk wordt deze maatregel gecombineerd met houtkantenbeheer.
Momenteel is er nog geen vergoedingssysteem voor de structurele financiering van het beheer van grachten. Een financiële verankering van het Loket Onderhoud Buitengebied kan hier een uitweg bieden. Ook de opties van beheersovereenkomsten (BO) op maat, een landschapsfonds of het gemeentelijk subsidiereglement worden onderzocht. Het uitwerken van de lange termijnverankering van dit beheer, na afloop van het Water+Land+Schap COWALA, is dus ook een onderdeel van deze maatregel.