Projecten

Projectvoorwaarden

Aan welke voorwaarden moet de aanleg van hagen, houtkanten, boomgaarden, poelen voldoen? Hoe verloopt een project?



Delen

Wie kan er deelnemen?

Inwoners, verenigingen en openbare besturen van het Regionaal Landschap Dijleland.  De gemeenten die tot het Regionaal Landschap Dijleland behoren zijn: Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Hoeilaart, Huldenberg, Kampenhout, Kortenberg, Leuven, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren.

 

Algemene voorwaarden

  1. Het perceel moet gelegen zijn in een voor RLD vzw prioritaire zone.
  2. Voor het onderhoud van het klein landschapselement mag geen gebruik gemaakt worden van chemische bestrijdingsmiddelen.
  3. Het klein landschapselement dient gedurende minimum 10 jaar behouden te blijven.
  4. De eigenaar dient te zorgen voor een plantklaar terrein. Indien voor het plantklaar maken van het terrein vergunningen nodig zijn, moet de eigenaar deze zelf aanvragen.
  5. De eigenaar dient bereid te zijn om occasioneel (max.1x per jaar) en na overleg, bezoekers toe te laten op het terrein, bijvoorbeeld in het kader van een educatieve activiteit georganiseerd door RLD vzw.
  6. Indien een negatieve invloed verwacht wordt op de bestaande natuur- of landschapswaarden zal RLD vzw het klein landschapselement niet aanleggen (bijvoorbeeld in een zeldzame heidevegetatie).
  7. Indien er voor de aanleg van het klein landschapselement een vergunning of ontheffing dient aangevraagd te worden, kan RLD vzw hiervoor instaan. De aanleg zal pas gebeuren nadat de vergunning of ontheffing verkregen is.
  8. Werken die de opdrachtgever wettelijk verplicht moet uitvoeren, bijvoorbeeld als gevolg van een eerder toegekende vergunning, mogen geen deel uitmaken van deze overeenkomst.

 

Voorwaarden voor de aanleg van hoogstamboomgaarden

  1. De bodem moet geschikt zijn voor hoogstamfruitbomen, d.w.z. het perceel mag niet te nat zijn. Het grondwater moet in de winter minstens 80 cm onder het maaiveld staan.
  2. De aanplant betreft tenminste 10 bomen. w.z. dat het perceel een minimale oppervlakte heeft van 10 are (1 hoogstamfruitboom =  1 are). 
  3. 50% van de aan te planten fruitbomen dienen oude, lokale rassen te zijn. Dit zijn o.a. de rassen uit de brochure 'Hoogstamboomgaarden - een praktische gids'.
  4. Minstens 90% van de aan te planten fruitbomen zijn appel, peer, kers of pruim.
  5. Een monocultuur van één of twee fruitrassen is niet toegelaten.

 

Voorwaarden voor de aanleg van hagen, houtkanten en (knot)bomen

  1. Haag, heg, houtkant: minimum 75 lm
  2. Struweel of bosje: minimum 150 m²
  3. Bomen, knotbomen: minimum 10 stuks
  4. Hagen, heggen, houtkanten, struwelen of bosjes bestaan uit meerdere inheemse soorten. We planten geen monoculturen aan.

 

Voorwaarden voor de aanleg van bosranden en bos

  1. Bebossing/herbebossing met een minimum oppervlakte van 150 m².
  2. De bebossing/herbebossing bestaat uit minimaal twee inheemse boom- of struiksoorten. Alle soorten dienen standplaatsgeschikt te zijn.
  3. De nodige beheerwerken voor het in stand van de bebossing moeten uitgevoerd worden (o.a. vrijstellen van de aanplant de eerste jaren).
  4. De bebossing mag gedurende 25 jaar niet ontbost worden.

 

Voorwaarden voor de aanleg of het herstel van poelen

  1. Het perceel moet nat genoeg zijn. De grondwatertafel bevindt zich in de nazomer maximaal 1 m diep.
  2. Minimale oppervlakte van de poel: 50 m²
  3. We leggen of herstellen enkel natuurlijke poelen (geen folie).
  4. Het herstel van een poel (opnieuw uitgraven van een verlande of sterk dichtgegroeide poel) kan enkel indien de poel niet door de huidige eigenaar via RLD vzw is aangelegd.

 

Projectverloop: van kandidaatstelling tot aanplant

  • RLD vzw neemt de gegevens van geïnteresseerde eigenaars op in een databank.
  • RLD vzw bekijkt of het perceel gelegen is in de door haar geselecteerde prioritaire zones. Enkel voor percelen die daarin liggen worden de volgende stappen doorlopen. 
  • RLD vzw brengt een bezoek aan de eigenaars en de percelen en stelt vervolgens een eenvoudig aanlegplan op, inclusief soort- en/of rassenlijsten indien van toepassing, en een prijsopgave.
  • Indien de eigenaars akkoord zijn met het plan, maakt RLD vzw een overeenkomst op die naar de eigenaar wordt verstuurd ter ondertekening. In de overeenkomst zijn het aanlegplan, de soortlijsten, fruitrassen, type veebescherming, de kostprijs etc. opgenomen. 
  • Zodra de eigenaar de ondertekende overeenkomst terugbezorgt aan RLD vzw, geeft RLD vzw de opdracht aan een sociaal economiebedrijf of aannemer om het klein landschapselement aan te leggen.
  • Na de uitvoering van de werken, krijgt de eigenaar een factuur van RLD vzw voor zijn aandeel van de kostprijs.

 

Kostprijs

In de kostprijs zijn zowel het plantgoed als de werkuren van de plantploeg of de machinist (voor poelen) inbegrepen. 

De eigenaar betaalt 50% van de kostprijs voor de aanleg van kleine landschapselementen.  Ook bepaalde types veebescherming worden indien nodig geplaatst en voor 50% aangerekend aan de eigenaar. Voor andere types veebescherming of afrastering zal een meerprijs doorgerekend worden aan de eigenaar.

Het resterende percentage van de kosten wordt betaald met subsidies van de provincie Vlaams-Brabant (dienst Leefmilieu en/of Erfgoed). Deze instantie kan haar bijdrage steeds herzien, maar dit wordt vooraf gecommuniceerd naar de eigenaar.

De opdrachtgever mag deze subsidie niet combineren met andere subsidies.

Bedrijven komen niet in aanmerking voor de financiering van 50%.

Indien de kostprijs voor de eigenaar meer dan 2000 euro bedraagt, dient hij een voorschot te betalen van 50%. Na ondertekening van de overeenkomst, wordt hiervoor een voorschotfactuur opgestuurd.

 

Wie staat in voor het onderhoud?

De eigenaar staat zelf in voor het onderhoud van het landschapselement.

Hoogstamfruitbomen vereisen absoluut vormsnoei (vanaf het eerste jaar na aanplant tot ca. 10 jaar) en daarna onderhoudssnoei. Dit is zeer belangrijk om bomen te krijgen die gezond oud kunnen worden.

In een droog voorjaar na de aanplant is regelmatig water geven noodzakelijk bij (fruit)bomen.

Stamscheuten op knotbomen en fruitbomen moeten zo snel mogelijk verwijderd worden tijdens het groeiseizoen.

Hagen en houtkanten worden bij voorkeur meteen na de aanplant kort teruggesnoeid. Zo zullen de planten beter vertakken en sneller een dichte haag of houtkant vormen. Nadien is het beheer afhankelijk van het gewenste uitzicht.

Poelen moeten geruimd worden, zoniet verlanden ze. Aangewezen is om jaarlijks 1/5de van de poel te schonen.