Projecten

Kleine Landschapselementen

Biodiversiteit - Landschap - Klimaat - Erfgoed



Delen

Over dit project

Houtkanten, hagen, poelen, hoogstammige fruitbomen, bomenrijen, sloten, ... zijn allemaal voorbeelden van kleine landschapselementen (KLE's). Ze zijn typerend voor onze regio. Deze KLE's maken ons landschap gelaagd en gevarieerd, ze zijn belangrijk voor de mens en vormen stapstenen voor plant en dier.

De laatste jaren verdwenen deze KLE's jammer genoeg steeds meer uit het landschap. Onze werking zet dan ook volop in om kleine landschapselementen opnieuw op te waarderen. Help jij mee het tij te keren? Dan ben je bij de medewerkers van ons Landschapsloket aan het juiste adres. Ze geven je met plezier vrijblijvend advies.

Projectinfo

  • Wanneer? Jaarrond

  • Waar? Inwoners uit ons werkingsgebied die hun perceel een meer natuurlijke toets willen geven kunnen ons Landschapsloket vrijblijvend om advies vragen. 

Wat zijn kleine landschapselementen?

Houtkanten, hagen, poelen, hoogstammige fruitbomen, bomenrijen, sloten, ... zijn allemaal voorbeelden van kleine landschapselementen (KLE's). Sommige kleine landschapselementen vervulden vroeger een belangrijke functie. Zo dronk vee uit poelen, hielden meidoornheggen koeien en schapen in de weide en bakenden knotbomen percelen af. Maar alternatieven deden hun intrede en verdrongen deze natuurpareltjes stelselmatig uit ons landschap. En dat is zonde, want kleine landschapselementen zijn zeer waardevol:

  • Kleine landschapselementen zitten simpelweg in onze genen. Ze vormen een stukje van onze geschiedenis en zijn typerend voor onze streek. Alleen al als deel van onze identiteit verdienen ze meer aandacht en bescherming. 
  • Daarnaast drukken ze een stempel op het uitzicht van het landschap en vertellen ze een boeiend verhaal over oude landbouwpraktijken en landgebruik. Ze zijn een belangrijk onderdeel van ons landschappelijk erfgoed.
  • Ze zijn van onschatbare waarde voor onze biodiversiteit: roofvogels gebruiken een alleenstaande hoge boom als uitkijkpost, vogels vinden een schuilplaats in een heg, amfibieën planten zich voort in een poel. Daarnaast doen KLE’s dienst als corridor of stapsteen: heggen en bomenrijen bieden heel wat dieren een beschutte route van het ene natuurgebied naar het andere. Ook onze vleermuizen kunnen niet zonder KLE’s. Ze vormen verbindingen waarlangs vleermuizen zich verplaatsen, want zonder hagen en bomenrijen kunnen vleermuizen zich niet oriënteren. KLE's zorgen voor een verscheidenheid aan habitats en groeiplaatsen en bevorderen zo het ecologisch evenwicht. 
  • Ze maken het landschap klimaatrobuust: ze nemen CO2 op, zorgen voor schaduw en houden water vast. 

 

 

Boomgaard
© RLHV
Vlasrootput
© Paul Segers

Herstel van landschappelijke verbindingen

KLE’s genieten een bijzondere bescherming volgens het decreet op het natuurbehoud. Door kleine landschapselementen te herstellen of (opnieuw) aan te planten of in te richten, herstellen we een uniek stukje landschap vol natuur en erfgoed. Dit verhoogt bovendien de belevingswaarde, want KLE’s maken het landschap extra aangenaam om in te wonen, te wandelen en te fietsen.

Vrijblijvend advies

Inwoners uit ons werkingsgebied die hun perceel een meer natuurlijke toets willen geven, kunnen ons Landschapsloket vrijblijvend om advies vragen. 

  • Kan jouw oude knotboom nog gered worden? 
  • Is jouw grond geschikt om er een poel te graven? 
  • Welke haag past aan de rand van je perceel?
  • Welke kleine landschapselementen kunnen ervoor zorgen dat jouw perceel mooi op het omringende landschap aansluit?
  • Met deze en vele andere vragen kan je bij ons terecht.

Om iedereen zo goed mogelijk te kunnen helpen, is ons werkingsgebied verdeeld onder de drie medewerkers landschap (zie kaart).

Beslis je om bepaalde werken te laten uitvoeren? Ons landschapsloket kan met jou bekijken of zij ook kunnen ondersteunen in de realisatie ervan. Mogelijk beloont je gemeente je voor jouw KLE met een toelage. Dat is ook zo als je de werken zelf uitvoert.

Contacteer ons landschapsloket

In vele vormen en gedaanten

Kleine landschapselementen zijn zeer gevarieerd, je vindt ze in vele vormen en gedaanten. Hieronder volgen de voornaamste KLE’s die voorkomen in onze streek. 

Hagen

Haag
© RLSD

Hagen bestaan uit één of twee rijen dichte struiken die een relatief strak uitzicht hebben omdat ze jaarlijks worden geschoren. 

Heggen

Heg
© Jeroen Mentens, Vilda

Heggen bestaan uit één of twee rijen struiken die maximaal om de drie jaar worden gesnoeid, maar vaak ook amper of niet. Hierdoor hebben heggen een natuurlijker uitzicht dan hagen omdat de struiken kunnen bloeien en bessen dragen.

Lees meer over het beheer van heggen

Houtkanten

Houtkant
© Sam

Een houtkant is een strook van bomen en/of struiken die werden aangeplant of zich spontaan vestigden. Houtkanten hebben minder bomen van dezelfde omvang en leeftijd dan een bomenrij. De bomen van dezelfde leeftijd staan op vrij grote afstand van elkaar, met hakhoutstoven en/of jongere bomen en/of struiken tussenin. Relicten van houtkanten heb je in alle breedtes en structuren. Vaak wordt (of werd) er hakhoutbeheer in toegepast.

Lees meer over het beheer van houtkanten

 

Kaphagen

Kaphaag
© RLSD

Kaphagen bestaan uit een rij lage knotbomen op korte afstand van elkaar. Ze dienden als veekering en windscherm en leverden loofvoeder, brand- en geriefhout. Es, haagbeuk en iep zijn typische soorten in kaphagen. In onze streek zijn kaphagen eerder zeldzaam.

Vlechtheggen

Vlechtheg
© Valentijn De Cock

Een vlechtheg bestaat uit een rij struiken die door het leggen, leiden of vlechten van de stammen en/of takken ondoordringbaar is gemaakt. Er bestaan verschillende, vaak streekgebonden stijlen. Behalve functioneel als veekering of omheining (vooral de stekelige meidoorn) kunnen ze zeer esthetisch zijn in vormen zoals bijvoorbeeld de kruishaag. 

Hoogstamboomgaarden

Boomgaard
© Jeroen Mentens, Vilda

Hoogstamboomgaarden zijn hoogstammige fruitbomen, meestal in een regelmatig verband aangeplant. Deze boomgaarden leveren niet alleen fruit, maar vormen ook een beschutte graasweide.

Knotbomen

© RLSD

Knotbomen zijn geen soort op zich. Het is een beheervorm. In onze regio staan vooral veel knotwilgen, maar ook andere soorten worden geknot zoals els, es, eik en populier. Ze ontwikkelen een knotvorm door het periodiek verwijderen van de takken. Het volgend groeiseizoen ontwikkelen er zich nieuwe takken. Knotbomen worden vaak in rijen aangeplant en vormen zo knotbomenrijen.

Met project Goed Geknot koppelen we vrijwillige knotters aan eigenaars van knotbomen. Knotters geven de bomen een gratis onderhoudsbeurt en krijgen als wederdienst het brandhout mee naar huis.

Dreven

Dreef
© Yves Adams, Vilda

Een dreef is een dubbele bomenrij langs weerszijden van een meestal landelijke weg. Een dreef bestaat meestal uit één boomsoort. De bomen werden op hetzelfde moment en op gelijke afstanden aangeplant. Een dreef oogt daarom zeer gelijkvormig. Veelal komt er geen struiklaag voor in dreven. De naam verwijst naar de tijd dat het vee langs dergelijke wegen van en naar het veld werd ‘gedreven’.

Lees meer over het beheer van dreven

Solitaire bomen

Boom
© RLSD

Solitaire bomen zijn alleenstaande bomen die meestal de kans krijgen om groot uit te groeien. Sommige van deze bomen hebben een rijk verleden zoals vredesbomen, kapelbomen, grensbomen, welkomstbomen en hoekbomen.

Lees meer over houtig erfgoed

Bomengroepen

Bomengroep
© RLSD

Bomengroepen zijn kleine bosjes met overstaande bomen en vaak ook wat struiken in een verder relatief opener landschap. Bomengroepen bieden schaduw aan vee.

Bomenrijen

Bomenrij
© RLSD

Bomenrijen zijn rijen bomen die op regelmatige afstand van elkaar werden aangeplant, of het zijn hakhoutstoven die ongeveer  op hetzelfde tijdstip (door het wegvallen van het historisch beheer) zijn kunnen uitgroeien. Bomenrijen ogen daarom vaak gelijkjarig en gelijkvormig.

Lees meer over het beheer van bomenrijen

Elzensingels

© RLSD

Elzensingels zijn bomenrijen die enkel bestaan uit elzen, in onze regio voornamelijk zwarte elzen. Deze ‘singels’ groeien vaak langs sloten waar ze zorgen voor versteviging van de taluds. Vroeger werden ze soms als hakhout beheerd.

Hakhoutbossen

Hakhoutbos
© RLSD

Hakhoutbossen zijn bossen waarin bomen en struiken periodiek kort boven de grond worden afgezaagd. Vanuit de overgebleven stamdelen of wortels groeien nieuwe takken of stammen. In het verleden vormden ze een belangrijke bron van brand- en geriefhout.

Trage wegen

Trage weg
© Joris Gysbrechts

Trage wegen zijn (meestal onverharde of half verharde) wegen hoofdzakelijk bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer. Ze vormen aantrekkelijke en veilige verbindingen voor mens en dier in het landschap. 

Lees meer over hoe we werken aan de uitbouw en verbetering van trage wegen in de regio

Fauna-akkers

Fauna-akker
© RLSD

Fauna-akkers zijn akkers of akkerranden die worden ingezaaid met mengsels van één- of meerjarige akkerkruiden, granen en landbouwgewassen. Het zijn geen klassieke KLE’s omdat ze een recent verschijnsel zijn en vaak tijdelijk worden aangelegd. Ze vormen echter wel een belangrijk deel van het KLE-netwerk en bieden onder meer voedsel- en schuilmogelijkheden voor vogels, zoogdieren en insecten.

Bolle akkers

© RLSD

Bolle akkers zijn percelen met een bolvormig profiel, zeer karakteristiek voor het Waasland (gelegen ten noorden van rivier de Durme). Ze werden vroeger aangelegd om de afwatering en de vruchtbaarheid van de grond te verbeteren. Ze zijn van oudsher omzoomd door Canadese populieren met plaatselijk ook knotwilgen.

Dijkjes

© RLSD

Dijken zijn aangelegde dammen bedoeld als bescherming tegen overstromingen. Naast de grote hedendaagse dijken zijn er (relicten van) historische dijkjes. Deze werden aangelegd om moerasgronden in te dijken en in cultuur te brengen. Ze verloren door meer recentere dijken hun waterkerende functie, maar hebben nog steeds een grote ecologische en landschappelijke waarde.

Karakteristiek voor onze regio waren de ‘vloeidijkjes’. In het winterhalfjaar werden graslanden langsheen de getijdenrivieren periodiek onder water gezet. Dit vloeibeheer werd toegepast om de opbrengst van het gras te verhogen.

Bermen

© Jeroen Mentens, Vilda

Bermen zijn stroken grond langsheen een transportweg (van autoweg tot kanaal) die meestal jaarlijks eenmaal of enkele malen worden gemaaid en die zijn begroeid met gras en kruidachtige planten. Vaak ook met bomen.

Vlasrootputten

Vlasrootput
© RLSD

Vlasrootputten bestaan in onze regio meestal uit plaatselijk verbrede en uitgediepte sloten. Mensen groeven ze vroeger om vlas te roten, waardoor de vezel van de plant kon worden gescheiden. Zo konden ze linnen maken. Dit gebruik verdween en vlasrootputten verlandden of werden opgevuld. De overgebleven vlasrootputten hebben door hun diepgang en de verbinding met sloten een grote natuurwaarde. 

Lees meer over vlasrootputten in het Land van Dendermonde en het Land van Waas

 

Wielen

Wiel
© RLSD

Wielen zijn waterpartijen ontstaan na een dijkbreuk. Net achter de bres schuurde het water met grote kracht een metersdiepe put uit. Wanneer het water uit de overstroomde polders opnieuw verdween, bleef naast de herstelde dijk een poel met meestal steile oevers over. Wanneer de bres snel kon worden hersteld werd het wiel een ronde, vrij regelmatige vorm. Hoe langer het herstel duurde, hoe grilliger de vorm van het wiel. 

Turfputten

© RLSD

Turfputten zijn overblijfsels van kleinschalige turfwinning. Turf staat voor opgegraven en gedroogde veengrond, wat vroeger als brandstof werd gebruikt. Na het delven van de turf liepen de gegraven putten vol water. 

Zandwinningsputjes

© RLSD

Zandwinningsputjes zijn een relict van een kleinschalige ontginning van zand, meestal bedoeld voor allerlei ophogingen en bouwwerken. Na het delven van het zand liepen de gegraven putten vol water. Ze hebben doorgaans steile oevers en zijn erg variabel qua oppervlakte en diepte.

Sloten

Sloot
© RLSD

Sloten of grachten zijn natuurlijke of gegraven sleuven. Ze doen dienst als afbakening van (landbouw-)percelen en voor de aan- of afvoer van water. 

Poelen

Poel
© Tom Maes

Poelen zijn uitgegraven kleine, ondiepe waterpartijen met stilstaand water die zonder vochtmembraam (zoals folie) zijn aangelegd. Ze worden gevoed door hemel- en grondwater. Ze werden aangelegd als veedrinkpoel, blusput, watervoorraad, … Nu worden ze vaak aangelegd als een thuis voor tal van planten en dieren.

Greppels

Greppel of laantje
© Yves Adams, Vilda

Greppels of laantjes zijn zeer ondiepe slootjes in natte graslanden die zorgen voor de oppervlakkige afwatering van zuur regenwater zodat de grasgroei wordt verbeterd.

Misschien vind je dit ook interessant: