Houtig erfgoed in de kijker
Terug naar overzicht
Ga samen met ons op zoek naar oude bomen, kapelbomen, houtwallen en dreven
Heb jij een oude boom in jouw tuin of heb je weet van een mooie, volwassen dreef of houtkant in je buurt? Heb jij oude foto’s of ken jij nog verhalen en tradities rond een oude boom, bijzondere dreef of houtwal in jouw dorp?
Maak een (knotsgekke) foto van een houtig erfgoedpareltje, stuur deze hier in en wie weet maakt jouw inzending kans op een controle en onderhoud ter waarde van 500 euro! Wint jouw inzending? Dan krijg jij een overnachting in een boompit in de zomer van 2024. De mooiste bomen krijgen een plek in onze reizende tentoonstelling die een unieke kijk geeft op de historische en ecologische waarde van houtige beplanting met erfgoedwaarde.
Ons houtig erfgoed dreigt stilaan te verdwijnen. De Antwerpse Regionale Landschappen, IOED’s en erfgoedcellen bundelen daarom hun krachten om de verbondenheid tussen houtig erfgoed en de mens weer onder de aandacht te brengen. Dat kunnen we niet alleen. Om alles goed in kaart te brengen, doen we ook beroep op jou! Daarnaast gaan we ook aan de slag om het resterende houtig erfgoed én hun verhalen en gebruiken te beheren en te herstellen.
Onder houtig erfgoed verstaan we houtige beplanting met erfgoedwaarde in de vorm van monumentale bomen, kapelbomen, oude houtkanten en houtwallen en dreven. Dit groen erfgoed vertelt iets over de geschiedenis van een bepaalde plaats of haar functie in het landschap. Daarnaast leert het ons over oude gebruiken, historisch landgebruik, de specifieke rol in geloof en rituelen, ... Je vindt het in allerlei soorten, vormen en maten: van oude autochtone plantsoorten tot door de mens ontwikkelde snoeivormen of een combinatie van beide.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt met de steun van PDPO
Vele Ranstenaren kusten hier hun (eerste) lief of spraken als kind af aan de konijnenboom om op avontuur te trekken.
De beuk ontleent zijn naam aan de plek waarop hij werd geplant: op een konijnenwal. Deze kleine heuvels werden destijds aangelegd aan de rand van bossen zodat konijnen er hun holen in maakten. Jagers joegen hun honden er vervolgens naartoe zodat de konijnen massaal hun holen verlieten om ze dan gemakkelijk te bejagen.
Hieruit leidde men af dat deze beuk destijds aan de rand van het bos stond. Aan de breed uitgegroeide takken kan je dat ook afleiden.
Deze zomereik dankt zijn naam aan burgemeester Cornelius Cas in wiens domein het de meest opvallende boom was.
In 1944 kreeg hij ten onrechte de naam Kassemse eik, een boomsoort die helemaal niet bestaat.
De Cassenboom overleefde de twee wereldoorlogen. Dat op zich is al een wonder, want vooral tijdens de eerste wereldoorlog verdwenen veel bomen.
De bezetter had veel materiaal nodig om zijn oorlogsmachine draaiende te houden. Hoge bomen werden ook gekapt om te vermijden dat de vijand ze konden gebruiken als uitkijkpost.
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt met de steun van PDPO