Langs de Kleinbeek in Bierbeek voerden we werken uit die het water langer in de vallei helpen vasthouden. In de beek werden houten drempels geplaatst en kleine oeverwerken uitgevoerd. Door de beekbodem en het waterpeil te verhogen, vermindert het drainerende effect van deze zijbeek van de Velpe. Daardoor stijgt het grondwaterpeil, wat helpt in droge periodes. Tegelijk stroomt het water trager af, waardoor de kans op wateroverlast stroomafwaarts kleiner wordt. Zo kunnen we droogteperiodes beter doorstaan en stroomt het water bij hevige regen trager af.
Om de 50 meter werden 11 houten schotten geplaatst. Deze drempels zorgen voor een lichte opstuw van het water, waardoor bezinksel zich afzet en de beekbodem zich geleidelijk verhoogt. Dat proces noemen we passieve bodemverhoging.
Vooraf werd het ontwerp zorgvuldig berekend op basis van verschillende factoren: stroomsnelheid, waterdiepte, waterdruk, debiet, diepteligging en verval. Ook de maximale opstuwing van het waterpeil werd mee in rekening gebracht. Zo blijft het waterpeil onder de drainagebuizen die nog nodig zijn voor de landbouw.
Op zeven plaatsen werd aan één oever een stukje weggehaald en op de overkant aangevuld. Zo zetten we het micromeanderingsproces in gang. We helpen de beek om zelf kronkels te maken. Een kronkelende beek voert water trager af en creëert een rijke variatie aan leefgebieden. In steile oevers vinden ijsvogels een nestplaats, in snelstromend water voelen steenvliegen zich thuis, en in de rustigere zones leven tal van bodemdiertjes en waterplanten.