Onze reactie op het artikel 'wat doen we met onze landschappen?' in De Standaard
Onze reactie op het artikel 'wat doen we met onze landschappen?' in De Standaard
De gustibus et coloribus non est disputandum. En over landschappen ook niet, want dat is een puur subjectief gegeven. Dat was zowat de centrale stelling in het artikel van Thomas Crombez vorige vrijdag in De Standaard. Daardoor zou de snelweg over evenveel esthetische waarde (kunnen) beschikken als de alpenweide afhankelijk van de waarnemer. Beauty is in the eye of the beholder, zeg maar. Meteen volgt de vraag, of was het een boude stelling, of we niet wat minder krampachtig moeten doen over het behoud van historische landschapselementen.
Er zitten een aantal fouten in de redenering van de heer Crombez. Vooreerst in het herleiden van landschapskwaliteit tot puur esthetiek. De Europese Landschapsconventie van Firenze, in 2005 ook ondertekend door ons land, definieert landschap als ‘een gebied, zoals dat door mensen wordt waargenomen, waarvan het karakter bepaald wordt door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen.’ Het subjectieve element zit wel degelijk vervat in het eerste deel, maar het tweede deel omvat meer objectieve criteria die bovendien de subjectieve ervaring mee bepalen. Net daarom doet het Verdrag van de Raad voor Europa verder ook uitspraken over (het behoud van) landschapskwaliteit en de bescherming ervan.
Verder stelt Crombez dat landschapskwaliteit niet te meten valt. Het klopt dat dit niet zo eenvoudig is vanwege de complexiteit en gelaagdheid van landschappen, maar er bestaan – zeker in het buitenland – tal van methoden (zoals Landschapsobservatoria) om landschapskwaliteit te meten en te beoordelen. Ook in Vlaanderen wordt er (eindelijk) voorzichtig geëxperimenteerd. Het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid hanteert tien kernkwaliteiten voor omgevingskwaliteit.
Daarin zit ook de waarde van erfgoedelementen, zowel beeldbepalende gebouwen als landschappelijk erfgoed zoals historische bomen(-rijen), vervat. Die elementen, afzonderlijk maar nog meer als Gesamtkunstwerk, bepalen wel degelijk mee de streekidentiteit en waardering die mensen uitspreken over het betrokken landschap. Historische gelaagdheid zorgt voor herkenbaarheid en leesbare landschappen; het ontbreken ervan - zoals vaak in de genoemde snelweg(-parking) – leidt eerder tot zogenaamde non-places. Denk even aan uw favoriete vakantiebestemmingen. Vaak zullen dat plekken zijn waar nog een relatie bestaat tussen de bodem en het landgebruik, nog een herkenbare bouwstijl aanwezig is, erfgoedrelicten bewaard en gekoesterd worden, … . De voorbeelden van wetenschappelijke studies die positieve relaties aantonen tussen fysiek en mentaal welzijn en de verbondenheid van mensen met natuur en (herkenbare) landschappen zijn legio.
Betekent dat dat we een stolp over ons landschap moeten zetten? Hoegenaamd niet! Landschappen waren altijd dynamisch. Hun vrijwaring vormde weliswaar de eerste aanleiding tot het beschermen van natuur- en erfgoedwaarden in Vlaanderen, maar een gedegen behoudspolitiek kan niet anders dan rekening houden met lokale omstandigheden, en ook ons denken evolueert. Ook wij mogen (of moeten) lagen toevoegen aan dat landschap, al was het maar omwille van de urgente noden rond klimaat en biodiversiteit. Maar laat die toevoeging telkens bewust en kwaliteitsvol gebeuren en een verbetering van de omgevingskwaliteit als uitgangspunt hanteren. Enkel in de meest beschermde gebieden in Vlaanderen (slechts 3% van de oppervlakte is beschermd als cultuurhistorisch landschap) wordt voorzichtigheid opgelegd. Elders kan meer, maar we moeten ons absoluut behoeden voor de kaalslag in de laatste beeldbepalende gebouwen en landschapselementen die momenteel gaande is. Eens weg, duurt het zeer lang om dit weer op te bouwen. Vlaanderen mag geen non-place worden!
Dr. Ir. in de bio-ingenieurswetenschappen (land- en bosbeheer)
Coördinator Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete
Voorzitter Vlaams Overleg Regionale Landschappen
Administrateur-generaal Agentschap Onroerend Erfgoed
CEO Toerisme Vlaanderen
Nationaal voorzitter Davidsfonds Cultuurnetwerk