“Laat ons vooral niet alle landbouwers over eenzelfde kam scheren,” vertelt Stefan. “dé boer, dé landbouwer, bestaat niet. Wij werken hier met echte voorlopers die op zoek zijn naar kansen om de transitie naar duurzame landbouw te maken.”
De opportuniteiten die we vanuit dit project voorstellen, zijn in essentie het herstel van (1) de bodem en (2) de band met de consument, door het telen van baktarwe.
In 2025 komt daar misschien ook nog brouwgerst bij. Om de baktarwe te verwerken gaat het regionaal landschap op zoek naar molenaars en bakkers die met de granen aan de slag willen gaan en een ‘levend brood’ in Zuid-Hageland op de markt willen brengen.
Op die manier kunnen de deelnemende landbouwers kennis maken met agro-ecologie of regeneratieve landbouw: een vorm van landbouw die erop gericht is om een waardig inkomen voor boeren te combineren met gezonde voeding voor iedereen. Het is een alternatief voedselsysteem, ‘van bodem tot samenleving’, dat méér vraagt dan kleine aanpassingen aan gangbare praktijken (zie kader). “Bij de term regeneratief denken wij ook aan dat het systeem energie-gevend moet zijn voor de primaire bedrijven en de personen die daar werken,” legt Stefan uit. “Regeneratieve landbouw moet dus de primaire bedrijven, de landbouwers en hun systeem regenereren. Het moet hen weer laten floreren en krachtiger maken. De lachende gezichten zijn daar voor ons een bewijs van.”
Voor de opbrengst moeten de boeren het niet doen, baktarwe inzaaien. Stefan: “De teelt van granen draait momenteel negatief. Landbouwers die agro-ecologisch gaan telen, zullen misschien minder verlies lijden, maar het is zeker geen winstgevend verhaal. Om goed te zijn moet de prijs voor agro-ecologisch geteelde granen minstens 1,5 keer hoger liggen dan de reguliere marktprijs. Biologisch geteelde tarwe zou het dubbel moeten opbrengen. De overschakeling naar biologische landbouw is immers meteen de overschakeling van je hele bedrijf. Agro-ecologisch of regeneratief telen kan je ook op een deel van je percelen.”
Stefan: “Eén van de belangrijkste sleutels in dit verhaal ligt bij de consument. Koop jij biologische producten? Koop jij lokaal? De consument heeft het stuur in handen. Als de vraag naar lokale producten stijgt, zal de productie ervan volgen. In het geval van granen, is het belangrijk lokale bakkers te activeren. Wat hebben zij ervoor over om lokaal brood te kunnen aanbieden aan hun klanten? Wat betekent biodiversiteit voor hen? Op dit moment zijn bakkers de lage graanprijzen ook gewoon, dus die transitie vraagt veel tijd en aandacht”.
Toch behoort de lokale verwerking van de granen die binnen dit project geteeld worden, ook tot de projectdoelstellingen. Van boer tot molenaar tot bakker tot consument proberen we de keten te sluiten. Als het goed is, kan je over enkele maanden dit ‘levend brood’ bij een aantal bakkers in de streek kopen.
Op de vraag welke agro-ecologische maatregel het meest impact hebben op de bodemkwaliteit, de biodiversiteit en de voedselproductie, antwoordt Stefan zonder aarzelen: “het inzaaien van een gemengde mix groenbedekkers doorheen de winter is absoluut een eerste stap. Het is belangrijk dat minstens vier plantenfamilies in de mix zitten (voor de geïnteresseerden, het gaat idealiter over een vlinderbloemige, een kruisbloemige, een granensoort en iets als zonnebloemen of Phacelia). Dat zal de bodemkwaliteit al fors verhogen. Eenvoudig gezegd kan je vervolgens stoppen met ploegen, en op den duur heb je geen insecticiden meer nodig. Zoiets zou een heel grote impact hebben.”